Galibi: indianendorp - Reisverslag uit Galibi, Suriname van Rowan - WaarBenJij.nu Galibi: indianendorp - Reisverslag uit Galibi, Suriname van Rowan - WaarBenJij.nu

Galibi: indianendorp

Blijf op de hoogte en volg Rowan

09 September 2014 | Suriname, Galibi

Vrijdag om 8 uur zou ik worden opgehaald, dus ik stond (heel nederlands) om 5 voor 8 al buiten het hek, in spanning te wachten op mijn lift. Ondertussen had ik contact met Berdien en Josephine, zodat ik hun kon laten weten wanneer we bij mij weg gingen en richting hun huis gingen. Uiteindelijk was het 20 over 8 en ben ik maar weer binnen het hek gaan zitten.

Na ongeveer 10 minuten was daar Mark met de chauffeur Milton en Berdien en Josephine zaten al in de auto! Ze konden mijn huis niet vinden, dus waren ze eerst naar de andere meiden gegaan en die wisten ongeveer waar ik woonde. Meteen kregen we een flesje water van Mark. Het is immers erg belangrijk om hier goed te drinken de hele dag.
Daar gingen we! Op weg naar Galibi, een indianengemeenschap, in het aller oostelijkste puntje van Suriname, aan de monding van de Maronwijnerivier met de Atlantische Oceaan. De enigste manier om daar te komen is per boot.

Maar eerst een autorit van ongeveer van 3 uur van Paramaribo naar Albina. Onderweg zouden we nog een paar keer stoppen. Eerste stop was bij de grens van de districten Commewijne naar Marowijne. Dit was bij een klein winkeltjes en een politie controle stop (dit laatste stelde niks voor en we werden niet gecontroleerd ofzo). Hier kregen we ontbijt van Mark (mijne tweede van die dag) en natuurlijk even gebruik maken van het sanitaire. Met de hoeveelheid die je drinkt en het feit dat we geen idee hadden wanneer we weer zouden stoppen, is dat een must. Achter het gebouw zaten de wc’s, tevens ook een paar hokken met dieren, aapjes onder andere. En dieren waarvan ik de naam niet weet haha. Groot waren de hoken niet, maar ze zagen er wel goed uit.

We vervolgde onze tocht, over de lange, rechte en enigste (snel)weg naar het oosten van Suriname. Onderweg zijn weinig dorpen en zien we vooral bomen. Af en toe komen we door (hele) kleine dorpjes. Afritten zijn er nauwelijks.

Op een gegeven rijden we door Moengo, een dorp en resort waar vroeger veel blanken mensen woonden werd ons verteld. Daarnaast was er vroeg een levendige bauxiet industrie geweest. Net buiten het dorp, gingen we ook stoppen, om onze handen en gezicht te wassen in een rivier. Dat was iets wat je moest doen, volgens Mark, als je voor het eerst het binnenland in gaat.

De laatste stop, voordat we in Albina zouden aankomen, was Moiwana. Dit dorp is in 1986 helemaal afgeslacht door het leger, onder leiding van Bouterse. Een erg heftig verhaal en er was een moment dat we konden bekijken.

Albina is een klein dorp aan de rivier. Het dorpje is erg druk en er word flink gehandeld. Dit komt omdat Frans Guyana aan de overkant van de rivier ligt. Mensen gaan boodschappen doen aan de andere kant en er is een kleine overdekte markt en de standaard kraampjes met groente, fruit en vis langs de weg. De gerookte vis ligt dan gewoon op de tafel, naast de groente en de vrouw die achter het kraampje staat heeft een soort waaier waarmee ze zwaait om de vliegen van de vis te houden. Te vergeefs in de warmte van Suriname natuurlijk.

Mark stelde ons voor aan een aantal mensen, ik weet al niet eens wie meer. Dat heeft hij het hele weekend gedaan, maar dat ik nou kan zeggen dat ik nog steeds weet wie iedereen is; absoluut niet! We ontmoette ook Mark zijn vrouw, zoontje en zijn opa. Opa had een boot en zou ons naar Galibi varen.

Daar zaten we dan met zijn 9e, op een dunne lang boot, waar je net met zijn tweeën naast elkaar kon zitten. Al onze tassen en spullen moesten in plastic zakken en werden afgedekt met zwart zeil. De boottocht zou 1 uur tot 1.5 uur duren, afhankelijk van de stroming en hoe krachtig de motor van de boot was. De boottocht was prachtig, de oevers van de rivier waren alleen maar bedekt met oerwoud en we keken uit of we misschien apen zouden zien. Helaas was niet het geval. De zon scheen fel en gelukkig kon ik op een gegeven een paraplu lenen zodat ik schaduw kon creëren, want mijn benen waren inmiddels al wel een beetje verbrand. Ongeveer een half uur voor we bij onze plaats van bestemming kwamen, kregen we tegen wind en het water klotste hard en hoog tegen de voorkant van de boot aan. We werden door en door nat. Josephine en ik zaten op het ene achterste bankje, voor ons zat Berdien. Die werd nog natter dan ons en op een gegeven moment heb ik de paraplu maar aan haar gegeven. Het is erg normaal dat je zo nat wordt, aangezien het vloed werd en de wind de recht van de Atlantische Oceaan de rivier op blaast.

Aangekomen op Galibi keken we onze ogen uit, wat was het prachtig, maar tegelijkertijd ook wel een beetje vies. Mensen zijn daar niet zo zuinig op hun eigen natuurlijk, overal ligt afval, van plasticflessen, tot glas en radios. Oppassen geblazen dus met rondlopen, dat kan niet zomaar even op blote voeten. Volgens de bewoners komt dit vooral van Frans Guyana, en dat zal ook best gelden voor het afval dat aangespoeld is, maar ook op het stuk grond waar het dorp staat, lag ook overal afval. Best wel zonde. We zouden het weekend bij de opa en oma van Mark slapen. Ze bezitten een huisje, dat ze verhuren, een hut waar 3 bedden staan en de keuken is en nog soort schuur. Verder staat op hun grond een grote boom, die voor heerlijke schaduw zorgt.

Eerst hebben we kennisgemaakt met opa en oma en een tante van Mark, vervolgens hebben we lekker in hangmatten gelegen onder de boom. Oma had deze hangmatten zelf gemaakt. We zouden dat weekend in de bedden slapen in de hut, dat vond oma een veilig idee. De rest sliep allemaal in hangmatten, heel normaal voor hun. Na onze rustpauze in de hut, ging Mark ons een rondleiding geven door het dorp. We werden aan heel veel mensen voorgesteld. Onderweg gingen we bij de lokale ‘supermarkt’ even een biertje drinken, iets wat we nog wel vaker zouden doen tijdens onze wandelingen door het dorp.

’s Avonds kookte Mark voor ons, echt Surinaams: rijst met bonen en kip. Daarna werd er nog even een klein kampvuurtje gemaakt op het strand en toen gingen we naar bed. We waren best wel moe.
Na een nacht heerlijk geslapen te hebben, kregen we ontbijt van Mark lekker met roerei. ‘s Ochtends konden we ons eigen ding doen, maar s middags stonden er andere dingen op het programma. We hadden besloten te gaan zwemmen in de rivier, maar eenmaal een paar stappen er ingezet te hebben, was dat eigenlijk toch niet zo’n aantrekkelijk idee. Het water is heel erg vies, je kunt er niet in kijken en op de bodem lagen allemaal stenen. Dus gingen Berdien en Josephine zonnen en ik heb gevoetbald met lokale jongentjes.

Op een gegeven moment kwamen er ook een paar meiden langs gelopen en gingen we met de hele groep op weg naar een ‘cola kreek’. Het was een behoorlijk stuk lopen over het strand, maar toen we er waren was het wel de moeite waard. Het was een klein beekje, tussen de bomen van ongeveer 1,5 meter breed en redelijk diep. Het water was behoorlijk koud in vergelijk met het water uit de rivier en het was dus heerlijk even afkoelen. Die middag zou er in het dorp een voetbal toernooi zijn en een van de meiden vroeg of ze zin hadden om mee te doen. Dat leek ons wel leuk. Ze zou ons later nog de speeltijd komen vertellen.

Na een tijdje liepen we weer terug, oa omdat het weer vloed begon te worden en het strand dan helemaal verdwijnt. Ondertussen was Milton ons al aan het zoeken, want de lunch was klaar: soep. Echte mannen soep noemde Mark het, met pasta, worst en aardappel. Klinkt misschien raar, maar het was lekker om zo iets te eten met het warme weer. Na het eten werden we geïnstalleerd met hangmatten langs de rivier, onder palmbomen. Mark moest even iets voor zijn radioprogramma doen, maar zou zo weer terug komen. Dat zo werd 2 uur later. Toen gingen we uit kokosnoten drinken.

We waren die middag uitgenodigd voor een feestje bij de soort van burgermeester van het dorp. Hij had vakantie en zat in het resort helemaal aan de andere kant van het dorp. Onderweg daar naartoe, we liepen via de ‘hoofdweg’ wat eigenlijk gewoon een breed zandpad is, moesten we weer even een biertje drinken. Bij het feestje aangekomen te zijn, bleek het om de verjaardag van zijn dochter te gaan, die 18 was geworden. Er was een klein gezelschap , het was gezellig en de alcohol vloedde rijkelijk. We hadden het allemaal erg naar ons zin, en hoewel Mark had belooft dat we nog even bij de voetbal zouden kijken (hij wist niet dat we min of meer hadden afgesproken om ook te spelen), is daar niks meer van gekomen. Toen het donker werd zijn we weer richting huis gelopen.

Die avond zou er ook een feest zijn en Mark was gevraagd of hij wou optreden. Hij is namelijk lid van een inheemse muziek groep, samen met Milton. Milton had zijn trommel mee genomen en Mark zelf houdt van zingen. Bij het ontbijt of op een ander punt van de dag, ging hij achter de trommel zitten en begon te spelen en te zingen. Eigenlijk had Mark niet zo’n zin om op te treden, maar na een korte powernap was alle energie weer terug. Bij ons daarin tegen niet zo, maar we hoopte op een leuk feestje en dat we dan weer wat meer energie zouden hebben.
Dus om 9 uur gingen we die kant op. Maar zoals Mark had gezegd, was het nog erg vroeg en er waren nog maar nauwelijks mensen. Het echte feest zou pas rond 11/12 uur losbarsten. Er was een DJ. Mark overlegde even met hem en toen deed hij zijn ding. Ondertussen stonden wij met zijn drieeen als enigste op de dansvloer. Op een gegeven moment kwamen er een paar mannen bij, maar die hadden allemaal al best wel wat gedronken en we voelde ons ongemakkelijk. Na Mark zijn korte optreden, danste we nog even verder maar toen Mark richting de bar liep, vroegen we of hij ons weer naar de hut wou brengen. Dit was niet helemaal ons feestje.

De volgende dag konden we relaxed ontbijten en alles inpakken en rond 9 uur stapten we in de boot richting Albina. Dit keer werden we nauwelijks nat, omdat we met eb vertrokken. Onderweg stopte we nog even op de zelfde plek als op de heenweg, bij de grens van de discriten en een half uur voor Paramaribo gingen we lunchen bij Javaans eettentje. Het eten was erg lekker (soort bami met kip en kousseband), maar het roze, zoete drankje dat we er bij hadden gekregen vonden we geen van alle een succes. Het was Dawet, een kokosmelkdrankje.

Het was een erg gezellig en relaxed weekend. Helaas geen schildpadden gezien (daar was het seizoen niet voor, dat is van Januari tot en met Juni), maar het was wel super mooi. De sfeer in het hele dorp is heel relaxed, voor je gevoel kennen mensen daar geen stress. Verder is er geen lawaai, geen toerende auto, uitlaatgassen of mensen die je naroepen/fluiten. Heerlijk. Het was allemaal super goed voor elkaar en Mark heeft erg goed voor ons gezorgd. Het was een beetje als van KinderenVoorKinderen "op een onbewoond eiland". Palmbomen, prachtig strand en heerlijke verkoelende wind en zon.

Vanaf vandaag begin ik met salsa lessen, elke dinsdag en donderdag, waarschijnlijk voor een cursus periode van 6 weken. Dit ga ik doen samen met mijn twee huisgenootjes en nog 4 meiden van een huis vlak bij huis (waar Sietske woont). Woensdag staat een etentje gepland met een heleboel mensen van de Hanze en aankomend weekend gaan we waarschijnlijk de Dolfijnen toer doen.

Tot de volgende keer ;)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Rowan

Actief sinds 02 Sept. 2012
Verslag gelezen: 335
Totaal aantal bezoekers 30622

Voorgaande reizen:

03 Oktober 2021 - 05 Oktober 2023

Canadian expats

03 Oktober 2016 - 03 Januari 2017

Reizen in Nieuw Zeeland en Australie

23 Augustus 2014 - 13 Januari 2015

Afstudeerstage in Suriname

04 Februari 2013 - 02 Juli 2013

stage in Birmingham

30 Augustus 2012 - 21 December 2012

Studeren in Canada

Landen bezocht: